Participatie met 17 miljoen inwoners

Bhagidari process Delhi

We moeten naar een participatiesamenleving. ’s Morgens zie ik in de krant de uitspraak van Emile Roemer over het regeringsbeleid van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving: Participatie of zoek het lekker zelf maar uit? Diezelfde dag krijg ik een boek in handen met de titel Building a Citizens’ Partnership in Democratic Governance. The Delhi Bhagidari Process through Large-Group Dynamics, van George Koreth en Kiron Wadhera. Op de achterkant lees ik dat sinds het jaar 2000 de overheid van Delhi met succes een ander model van democratie heeft vormgegeven. Directe participatie van stakeholders, zoals vertegenwoordigers van burgerassociaties, NGO’s, overheidsinstanties en nutsbedrijven. Zouden wij daar iets van kunnen leren voor Nederland? En wat is de rol van managers en consultants in zo’n proces?

‘Bhagidari’ betekent partnerschap in het Hindi, het verwijst naar het partnerschap dat burgers zijn aangegaan met de overheid. Het boek beschrijft het eerste langdurige verandertraject ter wereld dat uitgevoerd wordt voor een hele stad. En niet zomaar een stad. Ik heb het met verwondering zitten lezen. Delphi is een stadstaat met 17 miljoen inwoners. Net zoveel als heel Nederland. Delphi had in het jaar 2000 toen het proces startte ook geen gebrek aan ‘uitdagingen’: een ingewikkelde overheidsstructuur, waardoor vaak onduidelijk is wie formeel waarvoor verantwoordelijk is, met belangenverstrengelingen en een sterk politiek machtsspel. Verder zaten burgers niet te wachten om partner te worden van de overheid, gezien hun slechte ervaringen van de afgelopen jaren door het gebrekkig functioneren van veel overheidsdiensten. In voorziening van elektriciteit, drinkwater, riolering, openbaar vervoer, gezondheidszorg, onderwijs, milieukwaliteit, betaalbare huisvesting, moesten ze van ver komen. Daarmee vergeleken zitten wij er riant bij.

Het boek beschrijft de sleutelfactoren en principes van het proces en geeft de details van hoe die in meer dan 10 jaar tijd zijn uitgewerkt. Om een kritisch massa aan stakeholders te betrekken is gebruik gemaakt van een aanpak die ze Large Group Interactive Process (LGIP) noemen. Theorie en principes worden uitgebreid besproken, evenals de specifieke rol van leiders en facilitators in het proces. In 10 jaar tijd meer dan 100 interactieve bijeenkomsten met grote groepen. Ze worden met naam en toenaam genoemd.

Wat heeft het opgeleverd? Onderzoekers van het Asian Centre for Organisation Research and Development (ACORD) hebben onderzoek gedaan naar het verloop van het proces en de uitkomsten. De voornaamste succes factoren liggen volgens hen enerzijds in het starten van concrete projecten door ground level welzijnsinstellingen en bedrijven in samenwerking met overheidsafdelingen, anderzijds in leadership commitment van de chief minister (ik twijfel over de juiste vertaling hier) van Delphi. Op alle terreinen zijn beduidende verbeteringen tot stand gebracht. Essentiële ‘by-products’ (dat zijn de resultaten die je wilt, maar nooit direct kunt vragen) zijn betere communicatie en meer begrip tussen burgers en overheid, beduidende toename van wederzijds vertrouwen en groeiend welbevinden van de burgers.

Ik vind het een enthousiast maar eerlijk boek. Het is niet alleen rozengeur en maneschijn geweest. Diverse hoofdstukken zijn gewijd aan ‘lessons learned’. Zo heeft het bijna twee jaar geduurd voordat het proces echt van start kon gaan. De lessen zijn vertaald in een leidraad voor burgerparticipatie in een democratisch (grote)stadsbestuur. Wellicht kunnen wij daar in Nederland iets van leren als het gaat om burgerparticipatie, maar ook over het betrekken van grote groepen belanghebbenden bij ontwikkelingen. Twee dingen stemmen mij daarbij tot nadenken. In Delhi stond/staat er ook echt iets op het spel. Hier leven we in een tamelijk luxe situatie en ik denk dat participatie vooral zinvol is als de stakeholders ook echt wezenlijk belang voelen en risico lopen als ze het niet doen. Een andere is het belang van commitment van regeringsleiders om de inbreng van stakeholders serieus te nemen en dat ook minstens een jaar of tien vol te houden. In Delphi is de ontwikkeling van ‘zoek het lekker zelf maar uit’ gegaan naar actieve samenwerking tussen burgers en overheid. Hier zijn we toch geneigd om te zeggen dat iets is mislukt als er na een paar jaar onvoldoende tastbare resultaten zijn. Voor managers en consultants zie ik hier een mooie rol weggelegd om duidelijk te maken hoe een participatiesamenleving tot stand kan komen.

Follow blog by email