Onderstaande blog heb ik voor het eerst gepubliceerd op 16 juni 2015. En potdomme, hij is nog actueler dan ooit. Over vasthouden aan bestaande patronen, of de goede kant durven kiezen. Daarom deel ik hem graag opnieuw.
Afgelopen vrijdag [redactie: dat was dus in juni 2015] was ik bij de lectorale rede van mijn collega Marleen Janssen Groesbeek. De titel van haar betoog is ‘Van passieve stakeholder naar activistische vennoot’ . Ze durft haar nek uit te steken. Net nu er steeds meer positief nieuws komt dat de economische crisis die zo’n zeven jaar heeft geduurd voorbij is, komt zij met de boodschap dat we kunnen wachten op de volgende crisis. De vraag is niet of die komt maar wanneer. We hebben er namelijk niets van geleerd. De patronen van focus op korte termijn winst en het creëren van zeepbellen gaan in de financiële wereld gewoon door. Ze verwijst naar het boek ‘Dit kan niet waar zijn’ van Joris Luyendijk.
Maar wij houden deze patronen zelf ook in stand. Wie van ons spreekt zijn pensioenfonds aan op waar ons geld in belegd wordt? Marleen houdt ons voor dat we allemaal vennoten zijn in de BV Nederland. Ze roept ons op om onze verantwoordelijkheid in een duurzame toekomst te nemen en activistische vennoten te worden in plaats van passieve stakeholders.
Terwijl ik zit te luisteren in de grote collegezaal van Avans Hogeschool in Breda denk ik ineens aan de conference Hete Vrede van Claudia de Breij. Het is 2060 en ze houdt een gesprek met haar kleinzoon. Die vraagt: Oma, was u goed of fout in de hete oorlog? Natuurlijk zouden we dan graag zeggen: Jongen, oma heeft er alles aan gedaan om tot een gelijkere verdeling van voedsel te komen, om de opwarming van de aarde te beperken, ervoor te zorgen dat er geen hekken om de rijke landen gebouwd hoefden te worden om de stroom arme vluchtelingen buiten te houden. Zodat nu iedereen op een aangename manier kan leven.
Nu weet ik uit eigen ervaring dat het moeilijk is om los te komen van de korte termijn winst. Ik doe als burger mijn best om een steentje bij te dragen, maar ik wil ook nu lekker leven. Een voorbeeld. We zijn overgestapt op elektrische auto’s. We hebben er zelfs 2 (!). Die stroom komt ergens vandaan, vaak nog van centrales met verbrandingsovens, soms kolengestookt, die evengoed nog CO2 uitstoten. Hoe duurzaam is dat dan? Het is symptoombestrijding, een druppel op een gloeiende plaat als de onderliggende patronen van organiseren niet veranderen. Patronen kan je alleen samen veranderen. Daar hebben bedrijven, overheden, maar ook consumenten hulp bij nodig. Het Expertisecentrum Sustainable Business wil daar met praktijkgericht onderzoek vanuit zes lectoraten een bijdrage aan leveren. Dat onderzoek gaan we samen met studenten, docenten en werkveld doen.
Duurzame ontwikkeling begint met bewustzijn van hoe we willen leven, nu en in de toekomst. Waar worden we gelukkig van? Welke prijs willen we daarvoor betalen? Marleen pleit ervoor om die prijs dan ook eerlijk te berekenen. Niet alleen de kosten voor productie, maar ook de kosten van schadelijke effecten op de maatschappij. Met behulp van integrale verslaglegging kunnen bedrijven laten zien hoe ze rekening houden met die effecten. Zij gaat met de onderzoeksgroep van haar lectoraat Sustainable Finance and Accounting uitzoeken hoe ook MKB bedrijven, de grootste bedrijfstak van Nederland, een duurzame bedrijfsvoering kunnen ontwikkelen. Jan Jürriens, lector Sustainable Strategy en Innovation, gaat daar in zijn lectorale rede op 19 juni 2015 bij aansluiten met de boodschap ‘Van winst naar waarde’. Het past ook goed bij mijn definitie van duurzame ontwikkeling. Die draait om een toename van bewustwording, van 2.0 ego-systeem bewustzijn naar 4.0 eco-systeem bewustzijn, zie ook mijn lectorale rede ‘Handen en voeten geven aan duurzaam organiseren ’. Waarschijnlijk ga ik het jaar 2060 niet meemaken, maar ik hoop dat ik tegen mijn (achter)kleinkinderen kan zeggen: Oma zat bij het verzet in de hete oorlog en dat heeft ook echt iets teweeggebracht.