De titel intrigeert me als ik op zondagmorgen Filosofiemagazine van maart 2017 doorblader. Dat tijdschrift lees ik graag in het weekend. Het helpt me om weer wat ‘chocola’ te maken van de onrust in mijn hoofd. Ik word er echt rustiger van. Vandaag krijg ik binnen tien minuten twee pareltjes aangereikt, die me steun bieden voor mijn praktijk. Ik wil ze graag met u delen.
Eerst lees ik het stukje ‘Zo verlaat je je sociale bubbel, hoe ontstaat vertrouwen tussen groepen die elkaar wantrouwen?’. Lijkt me uiterst relevant op dit moment. Wat blijkt? Contact is essentieel, bij voorkeur tijdens samenwerken aan een gezamenlijk doel. Geen debat, geen dialoog, maar samen aan de slag. Of alleen maar luisteren naar elkaar en proberen elkaars woorden samen te vatten zonder oordeel, proberen elkaar te begrijpen ook al ben je het niet eens. De conclusie van het ‘experiment’ is dat begrip vooral ontstaat als de minst bevoorrechte groep zich gehoord voelt.
Die conclusie vind ik op een andere manier terug in het interview met de Indiase geleerde Gayatri Chakravorty Spivak. Het interview heeft de titel ‘Onze taak is leren hoe wij niet kunnen helpen‘. Met bewondering lees ik de achtergrond van Spivak. Ze is de eerste gekleurde vrouw als hoogleraar aan Columbia University en heeft een indrukwekkend track record. Toch is ze niet te beroerd om les te geven op basisscholen in India. Waarom vertel ik dit? Haar boodschap is dat je niet zo arrogant moet zijn om te denken dat je de minst gehoorden in de maatschappij een stem kunt geven. Verbeeld je maar niet dat je hun leven zomaar kunt begrijpen. Daarvoor moet je je verdiepen in hun geschiedenis, hun identiteit. En werkelijk contact maken, in een hiërarchisch zo gelijkwaardig mogelijke setting. Geen stem geven, maar een ruimte scheppen waarin ze zelf kunnen spreken. Elkaar begrijpen kost tijd, we moeten dan ook niet de illusie hebben dat je met een paar bijeenkomsten een probleem kunt oplossen. Pianospelen leer je ook niet in 1 les.
Ik zie de verbinding naar mijn praktijk. Daarin probeer ik ruimten te scheppen om te werken met het hele systeem van belanghebbenden aan een vraagstuk dat van wezenlijk belang is. De vraag is altijd ‘hoe betrek je degenen die het minst gehoord worden, het minst georganiseerd zijn, degenen waar je het voor doet’. De eerste reflex van opdrachtgevers is vaak: Ja maar met mensen van buiten, de studenten/ cliënten/ inwoners/ patiënten wordt het wel lastig om een strategie te bepalen. Laten we eerst maar zelf…, we weten wel wat zij vinden en nodig hebben……. Laatst nog werd ik gevraagd voor het begeleiden van een werkbijeenkomst met de top 100 managers van een organisatie met als thema ‘Hoe betrekken we de buitenwereld bij onze ontwikkeling?’. Practice what you preach zou ik zeggen. Ruimten openen en mensen uitnodigen om zelf hun verhaal te doen, om elkaar in de ogen te kijken en samen aan de slag te gaan. En daar de tijd voor nemen, stappen blijven zetten in een doorgaand proces.